Excursie 2018: Nuis
De jaarlijkse excursie van de HVL voerde ons dit jaar naar het Westerkwartier, aan de andere kant van de provincie. Omdat het nogal een afstand was, werden de 25 deelnemers in stijl vervoerd met een bus van het Nationaal Busmuseum: een wagen uit 1980 die vroeger dienst heeft gedaan voor vervoersmaatschappij VEONN, die opereerde rondom Meppel.



Met een lekker gangetje en mooi weer (de chauffeur: ‘Als het warm is, moet je maar even een noodluik open zetten’) tuften we naar Nuis, naar het Noordelijk Archeologisch Depot (NAD). Daar werden we met koffie en thee ontvangen door gids Amy, die ons eerst een presentatie gaf over de geschiedenis van het NAD en de locatie: vroeger stond op deze plek een opvangkamp voor Molukkers en in de Koude Oorlog werden de loodsen gebruikt om voorraden medicijnen en rampartikelen op te slaan. Sinds halverwege de jaren negentig het NAD werd opgericht, liggen er nu ruim een miljoen archeologische artefacten opgeslagen. ‘Onze’ 49 gouden munten, die in 2016 en 2017 in Loppersum werden gevonden, waren speciaal voor ons bezoek uit hun opbergdoos gehaald en lagen uitgestald in een vitrine, zodat we ze nog even konden bekijken.



Na de presentatie volgde een rondleiding. Die voerde ons langs een indrukwekkende wand met aardewerk: kogelpotten van 1000 jaar oud, Romeins aardewerk van rond het begin van de jaartelling en roodbakkend aardewerk uit de late Middeleeuwen stond daar op hoge stellingkasten alsof het een winkel in serviesgoed betrof. We kregen uitleg over de klimaatkamers, speciaal ingericht met een lage luchtvochtigheid (om metaal goed te bewaren) of juist een hoge (voor organische resten zoals leer en hout) en we bezochten de twee andere loodsen.



Loods 3 leek nog het meest op een rommelig magazijn en dat kon kloppen, want hier was het proces van sorteren en ordenen nog in volle gang. Pallets vol vondsten, soms al meer dan zestig jaar geleden gedaan, stonden te wachten op behandeling. In loods 2 was het een stuk overzichtelijker ingericht: keurig genummerde kartonnen dozen stonden tot aan het plafond toe opgestapeld. Met ruimte voor nog heel veel meer…!
Na dit zeer interessante bezoek aan het NAD volgde een koffiepauze bij de buren van de Vrijborg, het dorpshuis van Nuis. Er stonden heerlijke gebakjes klaar waar iedereen zichtbaar van genoot. Veel tijd om te kletsen was er echter niet, want we moesten op tijd weer verder, naar de Coendersborg. Daar werden we opgewacht door twee gastheren van het Groninger Landschap, die het statige huis voor ons hadden geopend en ons zelfs een kijkje lieten nemen in het luxe vakantieverblijf (!) dat op de bovenverdiepingen van de borg is ingericht.






Het weer was prachtig, de sfeer ontspannen en gemoedelijk en nadat we de borg aan alle kanten hadden bekeken, wandelden we weer terug naar de bus. In de bus kregen alle vermoeide reizigers nog, zoals het bij een schoolreisje hoort, een zakje chips en een pakje drinken. Toen we rond zes uur ’s avonds weer het Marktplein van Loppersum opdraaiden, volgde een spontaan applaus: voor de chauffeur, maar ook voor de dag, die erg geslaagd was!

Foto’s : Chris Bomekamp